Nederland Draaorgelland
Zondag 19 mei van 11.00 tot 17.00 uur organiseert Museum Nienoord in samenwerking met de “Kring van Draaiorgelvrienden” een landelijke draaiorgeldag op het landgoed Nienoord. Leden van deze kring komen uit alle windstreken van ons land met prachtige draaiorgels naar Nienoord. De dag is gratis te bezoeken.

Draaiorgels horen bij Nederland, net als de tulpen, de molens en de klompen. Vrijwel iedere toerist die ons land aandoet komt wel een keer een oer-Hollands pierement tegen.
Toch is de kans op zo’n ontmoeting al lang niet meer zo groot als vroeger. Vooral vóór de Tweede Wereldoorlog was er een veelvoud van het huidige aantal draaiorgels op straat te vinden. Zo werd er halverwege de dertiger jaren alleen al in Amsterdam dagelijks door meer dan 30 orgels gespeeld. In veel andere steden, vooral in Rotterdam, was dat aantal niet heel veel minder.
Maar niet alleen op straat speelden draaiorgels. Ook op de kermissen wemelde het er van. Nagenoeg iedere vermaakzaak had er één. Geluidsinstallaties bestonden immers nauwelijks. Daarnaast hadden, veel cafés en dansgelegenheden een orgel binnen de muren. Met hun marsen, walsen, operette- en opera-aria’s waren de draaiorgels populaire instrumenten, waarbij vaak tientallen luisteraars te vinden waren. Nadat in verscheidene steden groepen enthousiastelingen zich al min of meer verenigd hadden, werd in mei 1954 de Kring van Draaiorgelvrienden (K.D.V.) opgericht. Door zich landelijk te verenigen en allerlei activiteiten te ontplooien, kon het draaiorgel zijn plaats in de Nederlandse samenleving te laten behouden.
In Leek kunt u kijken en luisteren naar dans-, straat- handdraai- concert- en kermisorgels.

Een prachtig voorbeeld van een dansorgel is De Mortier. Eigenaar is S. Loopstra uit Bitgum.
Het oorspronkelijke bouwjaar van deze Mortier is niet bekend, maar het zou voor 1912 zijn (zie foto).
In 1954 werd het dansorgel verbouwd en geschikt  gemaakt voor de straat door Jan Gillet te Rotterdam. Er werd een bourdon zang aan de dispositie toegevoegd. Opdrachtgever was de heer Seinen te Den Haag. Hij noemde, als paardenliefhebber, het orgel De Amazone. Het was op straat in Den Haag en omgeving tot het begin jaren zestig werd verkocht naar Zweden. Rond 1985 kocht Bo Söderlind dit orgel van de vorige Zweedse eigenaar. Het was in slechte staat. Een geplande restauratie door de nieuwe eigenaar kwam niet van de grond. In april 2010 kwam de heer Loopstra in contact met de Zweedse eigenaar; tot een koop kwam het op dat moment niet. Wel enkele maanden later en sinds de zomer van 2010 is deze Mortier terug in ons land.
De huidige eigenaar heeft het hele orgel goed onder handen genomen. Het bestaande pijpwerk is hersteld en er zijn enkele registers toegevoegd, zoals piston, lotusfluit, jazz-flûte op zang en flûte-8 op tegenzang. Het front is hier en daar aangepast. Het schilderwerk is van de hand van W. Roos te Rotterdam.
Het 78 toetsen tellend orgel verscheen eind 2015 voor het eerst in het openbaar.

Een voorbeeld van een concertorgel is Korsicaan. Eigenaar is de stichting Carl Frei Concertorgel “De Korsikaan” te Nijmegen.
Bouwer van dit 90 toets concertorgel is Carl Frei Jr. te Waldkirch (Zwarte Woud; Duitsland). Bouwjaar is 1972/’73. Initiatief voor de bouw ging uit van een groep liefhebbers te Nijmegen. Dit orgel heeft zeer veel mogelijkheden in registratiekeuze, wat het een zeer aparte klank geeft. Toegepast is hier het systeem van luchtdrukklavier, wat bij de meeste Duitse orgels is toegepast. Het boek loopt over een buis met daarin gaatjes; in de boeken zitten bij dit systeem ronde gaatjes. In de naam van het orgel is die terug te vinden van Henk Kors, aanzetgever voor de bouw van dit orgel.

Bijzonder is ook het straatorgel Harmonica. Eigenaar is de familie Pluer te Bussum.
Oorspronkelijk is het orgel een door de Belgische orgelbouwer De Vreese omgebouwde Marenghi. Omstreeks 1920 werd het te Rotterdam op straat gebracht door de verhuurder Goudswaard. Het front was overwegend groen-geel, wat de bijnaam “de kanariepiet” opleverde. In 1925 werd het orgel gekocht door de Amsterdammer Bijvoet; in die stad werd het orgel Spinazieketel genoemd. In 1930 werd eigenaar Möhlmann te Amsterdam, die het door Carl Frei te Breda liet ombouwen op het systeem Frei 90 toets. In 1931 verscheen het weer op straat en dank zij een op het front geplaatste harmonica kreeg het orgel de naam De Harmonica.Na de Tweede Wereldoorlog heeft het vele jaren ongebruikt in de loods van Möhlmann gestaan. Tenslotte werd het eigendom van de Bussumer A. Pluer, die het geheel restaureerde, met behoud van het bestaande gamma. De heer F. Posthumus te Bergambacht stelde het huidige front samen. Exploitatie geschiedt nu door de Helderse Orgelvrienden te Den Helder. Het orgel telt 90 toetsen volgens het systeem Frei. Inmiddels is in Den Helder een stichting opgericht met als doel dit orgel voor Den Helder te behouden.